Leesbaarheid:

Pensioenopbouw voor ondernemers

Deze informatie is geplaatst door: Belastingdienst

Als ondernemer bouwt u niet automatisch pensioen op. Als u naast uw AOW een aanvullend pensioen wilt, moet u dat zelf regelen. Hier leest u welke mogelijkheden en soorten pensioen er zijn.

Algemene regelingen

In sommige sectoren, zoals het notariaat, de gezondheidszorg of het havenbedrijf, moet u een aanvullend pensioen regelen bij het beroepspensioenfonds.

Verplicht pensioenfonds

Er zijn 2 bedrijfstakpensioenfondsen verplicht voor zelfstandigen, te weten BPF Bouw voor zelfstandigen actief in een natuursteen- of afbouwbedrijf en BPF Schilders voor zelfstandigen actief in een schilders-, afwerkings- of glaszetbedrijf. Daarnaast zijn er sectoren met verplichte beroepspensioenfondsen waar u vrijwel altijd als zelfstandige aan moet deelnemen.

Aanvullende pensioen opbouwen

Net als iedere Nederlander krijgt u AOW zodra u de AOW-leeftijd bereikt. Maar het is verstandig daarnaast zelf pensioen op te bouwen. Soms is dat verplicht, afhankelijk van uw beroep of bedrijfstak. Er zijn verschillende mogelijkheden.

Oude pensioenregeling

Bent u werknemer geweest? Dan kunt u soms vrijwillig de pensioenregeling van uw oude werkgever voortzetten. De pensioenpremie is dan nog 10 jaar fiscaal aftrekbaar. Voor meer informatie kunt u terecht bij uw voormalige werkgever.

De fiscale oudedagsreserve (FOR)

De fiscale oude dagsreserve (FOR) verdwijnt per 1 januari 2023. Als ondernemer voor de inkomstenbelasting mocht u ieder jaar een deel van uw winst reserveren voor uw pensioen. U moest dan wel aan een aantal voorwaarden voldoen. Zo moest u bijvoorbeeld vóór uw AOW-leeftijd beginnen met het opbouwen van de oudedagsreserve. De oudedagsreserve was geen spaarpot waaruit u later een pensioenuitkering kreeg. De reservering zorgde er allen voor dat u nog geen belasting hoefde te betalen over een deel van de winst. U kunt de opgebouwde oudedagsreserve onderbrengen in een ander pensioenproduct. Of u laat de opgeboude oudedagsreserve staan.

Lees op KVK.nl wat u kunt doen nu de FOR stopt.

Lijfrente en banksparen

U kunt uw pensioenopbouw ook regelen met een lijfrente. U betaalt dan periodiek (bijvoorbeeld per maand) een bepaald bedrag (premie) of u stort een bedrag ineens (koopsom) bij een verzekeraar, een bank of een beleggingsinstelling (banksparen). De premies (of de koopsom) zijn tot een bepaald bedrag aftrekbaar.

Met de premies of de koopsom bouwt u kapitaal op om straks een lijfrente te kopen. Er zijn verschillende soorten lijfrentes. Er zijn lijfrentes voor een bepaalde tijd, lijfrentes die eindigen bij uw overlijden en lijfrentes die uw nabestaanden krijgen als u overlijdt. Welke lijfrente voor u het meest geschikt is, hangt af van uw persoonlijke wensen en omstandigheden. Overlegt u hierover met een gespecialiseerde adviseur.

De uitkeringen uit de lijfrente zijn voor de inkomstenbelasting belast in box 1. De verzekeraar, bank of beleggingsinstelling houdt loonbelasting in over de uitkeringen.

ODV omzetten naar lijfrente versoepeld

Heeft u pensioen opgebouwd in uw bv met een oudedagsverplichting (ODV)? Vanaf 1 januari 2023 mag u ook na 5 jaar na uw AOW-gerechtigde leeftijd de ODV omzetten naar een lijfrente, lijfrenterekening of lijfrentebeleggingsrecht. Nu kan dat alleen binnen 5 jaar. Lees meer over deze versoepeling.

Zelf sparen

U kunt ook privé sparen en beleggen voor uw pensioen. Het vermogen dat u opbouwt is voor de inkomstenbelasting belast in box 3. Tot een bepaald bedrag hoeft u over uw vermogen geen belasting te betalen. Als u zelf spaart, staat uw geld niet vast. U kunt er mee doen wat u wilt.